Weblog



112 (30 september 2010)



Rond een uur of twaalf ontwaarde ik (Elly) op minder dan 100 meter van ons huis metershoge vlammen, over een breedte van zeker 50 meter. Ik gilde naar binnen dat ik naar Maria en Maximo ging en rende mijn weg naar boven, de heuvel op. Maria had de vlammen ook al gesignaleerd en was al aan het bellen.

Tien minuten later landde de blushelikopter op ons terrein om een soort van waterbak uit een van de luiken te toveren en binnen een kwartier stortte het waterreservoir 1000 liter water. Hierna vloog de helikopter opnieuw naar een waterreservoir, dat daarvoor speciaal in het leven geroepen is: vullen en opnieuw 1000 liter water loslaten. Inmiddels waren er ook al een aantal mannen uit het dorp, die grote takken van enkele bomen hadden afgetrokken om ontluikende vlammen een halt toe te roepen.

Weer vijf minuten later verscheen er een soort woestijnmonster op reusachtige  wielen en met vereende krachten probeerde men de brand meester te worden. Nadat ik Maria had gewaarschuwd en nadat  Gertjan had geconcludeerd dat de wind ons welgezind leek, begonnen we beiden de meest elementaire dingen in een paar kratten te gooien, die we in no-time in de auto hadden zitten (onze laptops, paspoorten, fotoalbums,  harde schijf, wat kleding, etc). Zou de wind draaien, dan hadden we in ieder geval wat gered………

Na ruim een uur was men de brand meester. De helikopter verdween, de brandweerlieden uit de brandweerauto bleven nog enkele uren nablussen; hier en daar stak er wel weer ergens een vlammetje de kop op. Inmiddels zijn we een uurtje of drie verder, enkele achtergebleven brandweerlui zullen er hier wel een poosje verblijven, die mogen pas na heel lang weg: tot zonsondergang moet er iemand blijven om te controleren of er toch niet nog ergens weer een vlammetje begint. Had de wind onze richting op gestaan………………nee, maar niet aan denken.